Bijvullen van C.V. installatie
De installatie moet worden bijgevuld als de druk in de ketel in koude toestand (max. 40°C.) is gedaald tot ca. 0,8 ato (=bar)
- Controleer of de watertemperatuur onder de 40oC. is, zoniet laat de installatie eerst afkoelen
- Schakel de circulatiepomp uit d.m.v. de schakelaar of de stekker.
- Verwijder de beschermdop van de vul- en aftapkraan
- Sluit de vulslang aan op de waterkraan.
- Vul de slang zodanig dat u geen lucht in de C.V.- installatie laatlopen
- Sluit de vulslang nu aan op de vul- en aftapkraan en laat alvorens de koppeling geheel vast te draaien de laatste lucht uit de slang ontsnappen.
- Open waterkraan en daarna de vul- en aftapkraan van de C.V. zolang totdat de manometer een druk aangaaft van 2 ato (=bar)
- Sluit de vul- en aftapkraan en controleer alle ontluchtingen totdat er water uit komt. Door het ontluchten zal de druk teruglopen. Indien de druk onder de 1,8 ato (=bar) is teruggelopen kunt u de procedure herhalen
- Sluit de waterkraan en verwijder de vulslang.
- Plaats de beschermdop op de vul- en aftapkraan. Schakel de pomp weer in en zet de verwarming aan. Door het warmer worden van het water zal ook de druk iets oplopen.
NB. Als bijvullen een steeds terugkerende zaak is, is de kans aanwezig dat er een kleine lekkage is. Dit is af te dichten door Gram-O-Sil aan het systeemwater toe te voegen. Volg de gebruiksaanwijzing of vraag uw installateur. De slang na gebruik ruim oprollen en op een niet te warme of koude plaats opbergen.
Artikelcode 60.0020-001
Barcode 87.11962.60003.1